Foute vrienden

Veel te jong is Tom overleden; zijn vriend vond hem in op de grond van zijn kamer in Almere Buiten. Ik heb hem overgebracht naar het uitvaartcentrum in Almere en daarna de uitvaart geregeld met zijn moeder.
Morgen is het zover; we verwachten niet zo heel veel mensen, maar moeder heeft wel een paar vrienden uitgenodigd.
Ik weet niet zo goed wat ik kan verwachten. Als ik moeder moet geloven, komen er waarschijnlijk een paar grote, stoere, jonge mannen met veel tattoos.
Moeder vond dat zij de vrienden niet kon onthouden om naar de uitvaart te komen.
“Maar als je in mijn hart kijkt, heb ik liever niet dat ze naar Crematorium Almere komen morgen. Ze zijn allemaal verslaafd, straks verprutsen ze de uitvaart met hun dronken hoofd,” zegt ze zichtbaar boos.

Veel geld had ze hem geleend in het verleden, en nog nooit heeft ze iets teruggekregen.
Dat ze geen contact meer had deed ze uit liefde, uit liefde voor haar zoon, in de hoop dat hij zou stoppen met gebruiken.
“Wat had ik anders kunnen doen? Heb ik hem wel goed opgevoed? Deed ik er goed aan om los te laten? Wat als ik nu geld was blijven lenen? Er spookt van alles door mijn hoofd, Joyce,” vertelt zij mij.

In de loop der jaren heb ik wel iets geleerd over verslavingen maar ik ben geen psycholoog dus dat probeer ik ook niet te zijn.
Alhoewel je in mijn vak soms best wat psychologische kennis kunt gebruiken.
“Verslaving wordt gezien als een ziekte,” vertel ik haar. “Misschien kon Tom er zelf niks aan doen dat hij verslaafd was. Je kan wellicht vinden dat hij meer weerstand had moeten bieden. Hem ondersteunen in zijn verslaving heeft in elk geval geen zin, weet ik uit ervaring,”
Moeder beaamt dit. “Ik heb zelf ook hulp gehad van de verslavingskliniek. Ze adviseerden hetzelfde. Daarom heb ik losgelaten, in de hoop hem terug te krijgen. Maar nu heb ik hem de dood ingejaagd,” huilt ze.
Ze vertelt dat Tom vaak depressief was, dat hij zijn verslaving als medicatie gebruikte. In principe was Tom altijd een hele lieve jongen als kind, “misschien wel te lief”, vervolgt ze. “Zijn zus is heel anders, Esther is een stabiele vrouw vol levenslust geworden. Ik snap niet wat ik verkeerd heb gedaan bij René.”

Ik denk na en zou nog wel een keer willen zeggen dat ik niet geloof dat zij het zo verkeerd heeft gedaan, maar al zeg ik het tienmaal, moeder hoort me toch niet op dit moment.
Een psycholoog ben ik niet, maar soms heb ik wel de neiging om mensen te willen troosten in hun verdriet of zelfs schuldgevoelens. Het lijkt me goed als moeder probeert mooie herinneringen op te halen want die zijn er vast ook wel.

De volgende dag is de dag voor het afscheid. Moeder komt naar me toe, ze ziet er een stuk rustiger uit als gisteren. “Dank je wel Joyce, voor gisteren. Ons gesprek heeft mij heel goed gedaan. Én het is gelukt om mooie herinneringen op papier te zetten. Ik denk alleen niet dat ik het voor kan lezen, misschien wil jij dat voor mij doen?”
Natuurlijk wil ik dat. Ik lees het alvast een paar keer, want ik wil niet gaan stotteren of stamelen als ik achter het spreekgedeelte in de aula van crematorium Almere sta. Tenslotte ben ik ook maar een mens met mijn eigen gevoelens.
Ze heeft een mooi emotioneel verhaal geschreven en ik lees het inderdaad voor tijdens het afscheid. Ik lees hoe Tom altijd lief was voor zijn vrienden, hoe hij altijd behulpzaam was, ook naar zijn oma waar hij tot aan haar overlijden bijna dagelijks even langskwam om een boodschapje te doen of gewoon even bij haar te zijn. Ik lees hoe hij een verwaarloosde straatkat heeft laten opbloeien tot een gezond dier.

Als volgende spreker staat een van zijn ‘verkeerde’ vrienden op. Een man van Tom’s leeftijd komt naar voren als ik hem aankondig. Zijn haar zit slordig, zijn pak is een beetje smoezelig, maar hij heeft zijn best gedaan om er passend uit te zien.
Hij begint te vertellen hoe lief Tom altijd was. “Misschien wel te lief voor deze wereld,” zegt hij. Hij vertelt ook hoeveel bewondering hij had voor zijn vriend en hoe hij tevergeefs heeft geprobeerd Tom uit de put te trekken in depressieve periodes. Hoe machteloos hij zich voelde toen hij zag dat het steeds slechter ging met zijn vriend. Hij vertelt hoe een straatkat troost vond bij Tom, troost die hij zelf alleen in zijn verslaving kon vinden. Hij eindigt met de woorden: “Tom, lieve vriend, ik hoop dat er een mooi plekje voor je is daarboven, bij je oma van wie je zoveel hield. Ik zie je wel weer ooit, maar ik hoop dat dat nog even duurt.”
De uitvaart was erg emotioneel, maar toch ook heel warm en liefdevol.

Ik bezoek moeder een paar weken na de uitvaart. De spreker tijdens de uitvaart en vriend van Tom zit op de bank met een poesje op schoot dat spinnend van de aandacht aan het genieten is. De tatoeages en het slordige haar zie ik eigenlijk helemaal niet meer. Tom’s vriend heeft al die tijd contact gehouden met moeder, hij was er nu ook toevallig en samen zitten ze aan de koffie. Ik schuif aan en krijg ook een lekkere, echte ouderwetse filterkoffie. We praten over het afscheid, hoe mooi het was dat de vrienden van Tom er waren en wat een mooie, liefdevolle verhalen ze heeft gehoord over Tom. “Ik heb me vergist,” zegt ze en vervolgt, “ik ben blij dat Tom zulke lieve vrienden om zich heen had.”

 

Almere Bruist artikelen

Hieronder vind je alle artikelen van Joyce van Helden die in verkorte vorm in “Almere Bruist” zijn verschenen.